Ik wil zingen van mijn Heiland 1 I-ik wil zingen van mijn Heiland,Va-an zijn liefde wo-ondergroot. Die-ie zich zelven gaf aan’t kruishout, e-en mij red-de va-an de dood. Refrein Zi-ing o zing van mij-ijn ver-los-ser, Me-et zijn bloed kocht hij ook mij,kocht hij-ij ook mij. Aa-aan het kruis, schonk Hij-ij ge-na-de, Droe-oeg nijn schuld en ik was vrij. 2 ‘kwi-il het wonder gaan verhalen, hoe-oe hij op zich nam mijn straf. Hoe-oe in liefde en genade, Hij-ijt rantsoen gewillig gaf. Refr. 3 ‘kwi-il mijn dierbre Heiland prijzen, Spre-e-ken van zijn grote kracht. Hij-ij kan overwinning geven,o-o-ver zond’en satans macht. Rfer. 4 I-ik wil zingen van mijn Heiland, hoe-oe hij smarten leed en pijn. O-om mij ’t leven weer te geven,Ee-eeuwig eens bij hem te zijn. Refr.